Geschiedenis van Zimbabwe
Duizend jaar geleden vestigden de Shona zich in het huidige Zimbabwe. Tot op heden vormen de Shona de grootste etnische groep in Zimbabwe. De Shona waren voornamelijk landbouwers en jagers. Veel later, halverwege de 19e eeuw, vestigden zich in het zuiden van het gebied de Ndebele, veehoeders en nauw verwant aan de Zulus uit Zuid Afrika, en stichtten daar een machtig rijk. Tot op heden is de relatie tussen deze twee bevolkingsgroepen stroef en nog steeds van invloed op het huidige politieke klimaat.
Een derde, veel kleinere groep Europeanen arriveerde eind van de 19e eeuw onder leiding van de Brit Cecil Rhodes, op zoek naar minerale voorraden. De exploitatie van de mijnen werd een minder groot succes dan gedacht, maar de Europeanen bleven en vestigden zich veelal als boeren.
South Rhodesia (Cecil Rhodes Asia), zoals het land heette, werd tot 1923 geleid door Rhodes’ British South Africa Company (BSAC). (Zambia werd in die tijd North Rhodesia genoemd.) De regering in Groot-Brittannië had weinig directe interesse in het land (mede door de tegenvallende mijnexploitatie) en liet het land (d.w.z. de blanke minderheid) in 1923 de keuze tussen inlijving bij Zuid-Afrika of het worden van een kolonie met zelfbestuur. Het laatste geschiedde.
In 1962 kwam een nieuwe partij aan de macht, het Rhodesian Front (RF), die vasthield aan de blanke (minderheids-)overheersing en voor volledige onafhankelijkheid van Groot-Brittannië was. Ian Smith, leider van het RF, verklaarde Zimbabwe in 1965 onafhankelijk met de uitgave van de Unilateral Declaration of Independence (UDI). Deze eenzijdige onafhankelijkheidsverklaring werd door Groot Brittannië nietig verklaard en werd gevolgd door economische sancties en een VN-handelsembargo.
Begin jaren zestig ontstond er een georganiseerde Afrikaanse beweging die zich verzette tegen de jarenlange blanke overheersing. De eerste grote organisatie was de Zimbabwe African People’s Union (ZAPU) onder leiding van Joshua Nkomo. Een afsplitsing hiervan, de Zimbabwe African National Union (ZANU), ging zich later voornamelijk richten op de belangen van de Shona terwijl de ZAPU haar aanhang vooral onder de Ndebele vond. Vanaf eind jaren zestig begonnen de ZANU en de ZAPU met aanvankelijk sporadische guerrilla-activiteiten tegen de regering. Vanaf begin jaren ’70 verscherpten deze acties zich en in 1976 gingen de partijen samenwerken in het Patriotic Front (PF). Onder druk van het handelsembargo, de guerrilla-activiteiten van het PF en de onafhankelijkheidsverklaringen in directe buurlanden, werd uiteindelijk ook in Rhodesië door Ian Smith de weg vrijgemaakt voor een meerderheidsregiem en dus meer invloed van Afrikaanse leiders. In de verkiezingen voorafgaand aan de onafhankelijkheid kwam Robert Mugabe (ZANU) als grote winnaar naar voren en vormde later Zimbabwe’s eerste regering. Op 18 april 1980 werd Zimbabwe formeel onafhankelijk. De ZANU heerste sinds 1980 tot 2000 met een vrijwel absolute meerderheid. Van oppositie was geen sprake. Openlijke protesten en kritiek werden vele jaren door de regering met behulp van de media en inzet van veiligheidstroepen tot een minimum beperkt. Sinds eind 1997 ontstond een sterk toegenomen politieke bewustwording bij de bevolking en vakbonden, als gevolg van de gedaalde koopkracht. Stakingen en onrust waren in de jaren 98 en 99 regelmatig terugkerende verschijnselen, culminerend in een nieuwe oppositionele politieke beweging in september 99, the Movement for Democratic Change (MDC).
In maart 2002 wordt Mugabe herkozen in betwiste verkiezingen. Morgan Tsvangirai de leidier van de oppositie wordt herhaaldelijk gearresteerd. In maart 2005 wint de regerende Zanu paertij tweederde van de stemmen tijdens de parlementsverkiezingen. Er zijn weer beschuldigingen van manipulatie. In maart 2008 wint de oppositie onder leiding van Tsvangirai de verkiezingen. In juni 2008 trekt Tsvangirai zich terug uit de presidentsverkiezingen omdat eerlijke verkiezingen niet mogelijk zijn volgens hem. Honderden aanhangers worden vermoord of geintimideerd. In juli 2008 komen Tsvangirai en mugabe overeen te gaan praten om een voorlopig eind te maken aan de crisissituatie.