Ruaha National Park
Het immense Ruaha National Park is misschien wel het meest intrigerende wildpark van Tanzania. Lange tijd was het park onbereikbaar en het is daarom al duizenden jaren onveranderd en onaangetast. Het park is het op één na grootste park van Tanzania, na de Serengeti. Ruaha maakt deel uit van een ecosysteem van 40.000 km², maar heeft zelf een oppervlakte van 10.300 km². Ruaha was oorspronkelijk eigendom van de Wahehe people. Gewapend met speren hebben de Wahehe onder leiding van Chief Mkwawa een 4 jarige geurrilla oorlog gevoerd tegen de Duitse bezetting eind 19e eeuw.
Het Ruaha National Park is één van de minst bezochte reservaten van Tanzania, vooral door de lastige bereikbaarheid over land. Het gebied kan het best worden bezocht per sportvliegtuigje, het wordt vaak gecombineerd met het nabij gelegen Selous Game Reserve. Het park ligt tussen twee grote rivieren: de Njombe en de Ruaha. De Ruaha rivier stroomt 160 km langs de oostelijke grens van het wildpark. Juist de omgeving van deze rivier is spectaculair. De rivier heeft zich een weg gesneden door rotsformaties, door weelderig bosland en door savannes waar de oevers begroeid zijn met palmbomen en acaciasoorten.
Het Ruaha National Park staat bekend om het grootste aantal olifanten per km2 in heel Tanzania. Maar ook grote aantallen nijlpaarden, krokodillen, leeuwen, luipaarden, wilde honden en zo’n 480 verschillende vogelsoorten leven in dit uiterst vruchtbare gebied. De troepen leeuwen zijn hier erg groot, tot wel twintig stuks. Verder biedt Ruaha National Park de meeste kans om luipaarden te zien van heel Tanzania. Ook is in het Ruaha National Park de wilde hond (nog) niet zeldzaam, en behoren de 10.000 olifanten, stropers ten spijt, tot de grootste populaties van oostelijk Afrika.
Gedurende de droge periode (juni - november) concentreert het wild zich voornamelijk rond de rivier. Hier kunt u olifanten, giraffen, buffels, de grote kuddes koedoe, impala’s en roofwild aantreffen, waaronder met enig geluk de hyenahonden. Aan de oever en in de rivier en op de zandbanken in de rivier leven nijlpaarden en krokodillen. Het achterland, ten westen van de Ruaha rivier, bestaat uit bergen en een golvend landschap waar veel sabelantilopen, kleine koedoes en basterd-gemsbokken leven.
Omdat dit uitgestrekte gebied slechts door een handvol toeristen wordt bezocht is het wild nog schuw. In oktober en november en in maart en april strijken hier vele trekvogels neer die op doorreis zijn naar Europa en Azië. Paden zijn er nauwelijks en soms lijkt het alsof hier de wereld ophoudt. De pure vorm waarin u dit gebied zult aantreffen als u deelneemt aan een wandsafari - onder leiding van een gewapende ranger - zal u enorm aanspreken.
Het park is ruig, met rotsen en droge beboste heuvels. In het park kunt u uren rondrijden zonder andere bezoekers aan te treffen. In deze ruige wildernis ziet u in de open vlakten baobab bomen en ‘ondersteboven bomen’. U bent hier in het ‘echte’ ongerepte Afrika aanbeland. In dat opzicht lijkt het erg op het Katavi National Park, maar dan is Ruaha National Park iets gemakkelijker te bereiken.
De beste tijd om zo veel mogelijk wild te zien is tijdens het droge seizoen, van juli tot november, wanneer de dieren zich concentreren rond de schaarse, overgebleven drinkplaatsen. In de regentijd zwelt de rivier tot een ware stortvloed en treedt buiten zijn oevers, maar in de droge tijd valt de Great Ruaha steeds vaker droog. Eén mogelijke verklaring is dat dit te maken heeft met de toename van de irrigatie voor de rijstplantages en de toegenomen veeteelt in de omgeving.
Ruaha wordt gezien als het best bewaarde geheim van Tanzania.