Amboseli National Park

Amboseli National Park ligt in het zuidoosten van Kenia (280km van Nairobi en 260km van Mombasa), op de grens met Tanzania en aan de voet van de majestueuze Mount Kilimanjaro. Het landschap bestaat uit een vlakke savanne, begroeid met acacia’s. Er ligt een ondiep sodameer waar flamingo’s en pelikanen leven. In het centrale deel van het park liggen moerassen, die gevoed worden door het smeltwater van de Kilimanjaro. Rondom deze moerassen leven veel wilde dieren. Het park is zeer fotogeniek - u kunt prachtige plaatjes schieten van neushoorns, olifanten en leeuwen tegen een met sneeuw bedekte vulkaan. Niet alleen de Big 5, maar ook een grote variëteit aan zeldzame en kleurrijke vogels leven in het park.

Amboseli National Park is één van de drie meest bezochte natuurparken in Kenia. Het wildreservaat biedt een uitgelezen kans om olifanten te bestuderen tijdens de paartijd. De olifantenkuddes kunnen bestaan meer dan 75 olifanten. Daarnaast leven er uiteraard ook leeuwen, luipaarden, impala’s, Grant gazelle, elanden en vele andere soorten wilde dieren. In Amboseli leven daarnaast meer dan 400 soorten vogels, waaronder gieren, arenden, buizerds, hoenders, hoornraven, reuzentrappen en zanghaviken. Tegen de avond trekken veel dieren richting de zuidelijk gelegen heuvels.

Alhoewel Amboseli National Park aan de noordflank ligt van Mount Kilimanjaro, is het park zelf redelijk vlak. In de droge periodes kan het hier vaak ook erg stoffig worden, zeker als er ook nog wind staat. Maar wat Amboseli uniek maakt is vooral de ligging aan de voet van de Kilimanjaro, die boven het landschap uit toornt. Een gedeelte van het park komt tijdens de regentijd onder water te staan. In de zomertijd valt dit meer droog waardoor prachtige fata morgana’s kunnen worden waargenomen op het moment dat je dwars door het meer rijdt.

Amboseli, wat "zoute stof" in de taal van de Masai betekent, is een ideale plek om dierensporen te volgen. Met slechts een paar uur te voet met een uitstekende gids, is het lezen van de hoefsporen als het lezen van een goed boek, tevens zal deze gids u veel kunnen leren over de geheimen van de dieren.

Het vlakke opgedroogde gedeelte van het Amboseli National Park was ooit eens een meer van 40 meter diep. Door de jaren heen is het alkalische meer bijna opgedroogd, waardoor alleen in de regentijd nog een klein deel van het meer te zien is. Een groot gedeelte van het meer is wit zilverachtig, gevormd door de alkaliën tesamen met de witte as van erupties van Mount Kilimanjaro vele duizenden jaren geleden. Het vulkaanas is tevens verantwoordelijk voor het constante stof in het park dat overal opnieuw neerslaat.

Het park bestond honderden jaren terug uit veel meer bossen dan nu, vooral de enorme olifantenkuddes hebben een groot deel van het bos laten verdwijnen. Ondertussen is een klein gedeelte van het bos afgezet met een afrastering, waardoor de bomen weer beginnen te groeien. In het regenseizoen ziet u rond rond het sodameer vele flamingo’s en kraanvogels.

In de regentijd (maart t/m mei) is veel van het grote wild alleen nog te vinden op de zuidelijk gelegen heuvels, omdat de omgeving te vochtig is geworden voor groot wild. Veel diersoorten kunnen hier niet tegen - wat te zien is aan de ontlasting (te vergelijken met diaree). Maar ook in de regentijd is het schitterend om door de moerasgebieden te rijden, waar dan grote delen van de wegen onder water staan. Een lokale gids met een 4WD is dan zeker aan te bevelen, aangezien deze weten waar de wegen lopen.

De mooiste foto’s - met Mount Kilimanjaro op de achtergrond en olifanten grazend in de voorgrond of wadend door de moerassen - kunnen ’s ochtends worden gemaakt rond zes uur (net na zonsopkomst). In de loop van de dag hult Mount Kilimanjaro zich vaak in de wolken, zelfs als er voor de rest een strak blauwe hemel staat. We adviseren u om ’s ochtends vroeg naar de naar de Ol Tukai en Olokenya moerassen te gaan, omdat daar de olifanten door een soort corridor terugkeren uit de zuidelijke heuvels.

Observation Hill ligt in het zuidelijk deel van het park, niet ver van de landingstrip. De heuvel was vroeger in gebruik door de Kenya Wildlife Service (KWS) als uitzichtpunt, om het stropen tegen te gaan. Als u éénmaal de heuvel beklommen heeft, biedt het een panoramisch uitzicht van 360° over het park. Het is overigens ook de enige plek in het park waar u de auto mag verlaten, aangezien de heuvel is omgeven door moeras - waar alleen olifanten doorheen kunnen waden.