Kaokoland
Kaokoland, ook wel bekend onder de naam Kaokoveld en Kunene Regio, ligt in het uiterste noordwesten van Namibië - aan de grens met Angola. In het westen wordt de streek begrensd door de onherbergzame Skeleton Coast Wilderness Area en in het oosten door een droge en diep geplooide bergketen met daarachter Etosha. Kaokoland ligt op een hoogte van 600-1200 meter, waarbij het naar het zuiden wat afloopt richting Damaraland. In het noorden ziet u de hoge toppen van de Baynes en Otjihipa bergen.
In het noorden van Kaokoland ligt de Kunene rivier, die Angola scheidt van Namibië. Het landschap is hier groen, een welkome afwisseling met de droge omgeving van de rest van Kaokoland. De naam Kunene komt uit de Himba-taal en betekent ’land aan de rechterzijde’ als tegenstelling van de Himbanaam Kaoko dat ’land aan de linkerzijde’ betekent.
De termen Kaokoveld en Kaokoland worden door elkaar gebruikt. Met de term veld wordt eigenlijk verwezen naar de geografische ligging van het gebied met haar diverse ecosystemen. De benaming is in gebruik geweest tot de jaren ’70. In die tijd is het gebied tot thuisland uitgeroepen voor de Herero en Himba waarvoor de term Kaokoland werd gebruikt.
De Kunene rivier ontspringt in Angola en stroomt richting de Atlantische Oceaan via de Ruacana Falls en Epupa Falls. De Ruacana watervallen zijn het grootst, waar u diverse wateractiviteiten kunt doen, zoals raften. De Epupa Falls bestaan in feite uit één echte waterval die zo’n 70 meter omlaag stort met daaromheen een groot aantal kleine watervalletjes, waarlangs de breed-uitwaaierende Kunene rivier z’n weg naar beneden vindt. De Ruacana watervallen zijn makkelijker te bereiken dan de Epupa Falls.
Het Kaokoland wordt vaak beschreven als de laatste wildernis van Namibië. Het is een gebied waar het reizen niet makkelijk is. De meeste wegen zijn alleen per 4WD met GPS navigatie te berijden. De enkele wegen die wel met een gewone auto gereden kunnen worden (zoals de C43 tussen Sesfontein en Opuwo) zijn bijzonder rustig, steil en zonder telefoonbereik. In dit gebied ligt ook de beruchte en bijzonder steile Van Zyl’s Pass. Deze geldt als de ‘hoge-school’ voor terreinrijders, en is zelfs door de kenners alleen in oost-westelijke richting af te dalen.
Het grootste gedeelte van Kaokoland - met name het westen - is zeer dun of helemaal niet bevolkt. De Herero, Himba & Tjimba leven vreedzaam naast elkaar, ook al verschillen de onderlinge gewoontes. De groepen zijn duidelijk herkenbaar. De Herero-vrouw is te herkennen aan de 18-eeuwse Victoriaanse jurken. De Himba en Tjima leven daarentegen als authentieke Afrikaanse nomadestammen die jagen en verzamelen. Hun leven draait om vee en speelt zich af in hun eigen kraal. De kleding en tradities zijn voor een groot deel nog in tact; tijd en vooruitgang lijkt moeiteloos aan deze tradities voorbij te gaan. De Himba zijn te herkennen aan de rode klei op het lichaam en haar. De Tjimba gebruikt geen rode klei, maar gebruiken veel meer kralen als versiering.
De Himba en Tjimba leven nog volgens de eeuwenoude traditie, in hutten gemaakt van takken, modder en mest. Op zoek naar weidegrond voor het vee, verhuist een Himba-familie meerdere keren per jaar. De Himba zijn makkelijk te herkennen aan hun bruinrode huidskleur, hun haar en hun kleding - die meestal beperkt is tot een kalfsleren rok. De bruinrode huidskleur wordt versterkt doordat deze mensen zich insmeren met een mengsel van rode aarde, kruiden, boomschors en vet als bescherming tegen het woestijnklimaat. Mannen, vrouwen en kinderen dragen sieraden gemaakt van schelpen en ijzeren kralen. Belangrijk sieraad van de vrouwen is de ohumba, een witte schelp die aan een ketting tussen de borsten hangt.
Behalve een bezoek aan de Himba biedt Kaokoland nog een aantal bezienswaardigheden. Zo staan er op enkele plaatsen monumenten en overblijfselen die herinneren aan de Dorsland Trekkers, een groep Afrikaner Boeren die door Namibië trokken tijdens de 19e eeuw op zoek naar het Beloofde Land. Het begin van hun trek ligt in de Transvaal waar ze in 1874 ontevreden waren over de nieuwe president Thomas Burgers en over het bouwen van spoorlijnen.
De zwaargelovige Dorsland Trekkers zagen in elke vooruitgang de hand van de duivel en besloten hieraan te ontsnappen door te trekken naar het beloofde land zoals ze dit in het bijbelboek Jesaja 62:4 konden lezen. Dwars door de Kalahari trokken ze westwaarts, levend in huifkarren. Het zware leven eiste zijn eigen zware tol. Vooral vrouwen, kinderen en ouden van dagen stierven van dorst, honger en aan verwante ziektes.
Uiteindelijk rond 1876 zijn Dorsland Trekkers ook in Kaokoland terecht gekomen. Het monument iets ten zuiden van Opuwo aan de C 43 is het graf van Johanna Alberts, die in 1876 op 35-jarige leeftijd hier is gestorven. In Otavi staan de resten van een kerkgebouw, in Swartbooisdrift aan de Kunene rivier is ook een monument. Voordat de groep het beloofde land had gevonden is de Trek uit elkaar gevallen. Onderlinge ruzies verdeelde de Trekkers en de groep werd opgesplitst. Een deel trok naar Grootfontein, kocht er grond en stichtte er de eigen Republiek Upingtonia. De splitsing betekende het einde van de droom en de groep Dorsland Trekkers.