Etosha National Park
Het Etosha National Park is het grootste beschermde natuurgebied van Namibië - en één van de belangrijkste wildparken van Afrika. Het park ligt in het noordwesten van Namibië en beslaat een oppervlakte van 22.912 km². Het Etosha National Park is beroemd vanwege z’n enorme uitgestrekte zoutvlakte van 4731 km², die alleen na hevige regenval tijdelijk onder water staat. In dat geval - en dat doet zich voor ergens in de regentijd (december tot februari). Waarschijnlijk lag hier vroeger een groot meer - ter grote van Nederland - dat tegenwoordig voor het grootste deel is opgedroogd, maar dat nog steeds genoeg drinkplaatsen biedt aan enorme aantallen wilde dieren.
Etosha is sinds 1907 een nationaal park, gesticht door gouverneur Frederick von Lindequist die overigens een veel groter stuk als nationaal park aanwees. In de loop van de jaren erna heeft het park zijn huidige omvang gekregen en is in 1967 officieel Etosha National Park gedoopt. Omdat Etosha een nationaal park is, heeft het een goed wegennetwerk. Weliswaar van gravel, maar in normale omstandigheden voor een gewone 2WD begaanbaar.
Etosha National Park ontleend zijn naam aan een gelijknamige zoutpan van 5.000 km² die in het park ligt en lengte (oost-west) heeft van ongeveer 120 kilometer en op de breedste plaatsen 70 kilometer breed is. De naam Etosha is te vertalen met ’plaats van spiegels’ of ’plaats van droog water’ of ’de grote witte plaats’. Etosha’s verschijning is inderdaad als een eindeloze witte vlakte waar stof dwarrelt en de zon aan de horizon zindert terwijl het wild zich een weg naar het water zoekt.
Hoewel de zoutpan in de regentijd met water gevoed wordt door enkele rivieren, ontvangt het gebied hiervan in de rest van het jaar nauwelijks water. Als er echt noemenswaardig veel water in de pan staat, wordt dat veroorzaakt door regens. Meestal droogt het water dan daarna snel op - de verdamping is enorm. Maar er zijn enkele bronnen in het park die het wild het hele jaar door van water voorzien.
Een groot deel van de Afrikaanse diersoorten kunt u in Etosha aantreffen. Badderende olifanten, luierende leeuwen, springbokken, giraffes, wrattenzwijnen en wie weet een cheeta. Waar de flora op sommige plaatsen te kort schiet, is de fauna overweldigend. Het Etosha park is in zuidelijk Afrika dé beste plek om grote kuddes wilde dieren te zien. Maar ook vogelspotters kunnen hier aan hun trekken komen, er komen meer dan 340 vogelsoorten voor.
De oostelijke en zuidelijke delen van het park zijn toegankelijk voor toeristen met eigen auto of camper, terwijl de rest alleen kan worden bezocht onder leiding van een gids. Het westelijke deel van het park - westelijk van Ozonjuitji M’Bari - is niet openbaar toegankelijk. De oostelijke en zuidelijke delen liggen rond het zoutmeer, en dat is ook de plek waar het meeste wild zich ophoud en waar de drie grootste restcamps liggen:
- Namutoni
- Halali
- Okaukuejo
In 2008 is een vierde restcamp geopend, dat gerund wordt als een bushlodge - Onkoshi Camp - in het midden van Etosha. In mei 2011 is het nieuwste camp geopend - genaamd Dolomite Camp - meer in het westen van Etosha.
U kunt deze restcamps het beste vergelijken met bungalowparken. Er is een receptie en een honderdtal bungalows. Elk restcamp heeft een benzinepomp, een winkel (geopend van 07.30 -09.30, 11.30 - 14.00 en 17.00 - 20.00), een openbare telefoon en een restaurant (ontbijt van 07.00 - 09.00 uur, lunch van 12.00 - 14.00 uur en diner van 18.00 - 21.00 uur (buffet). Een half voor sluitingstijd worden echter geen nieuwe gasten meer toegelaten. Bent u te laat, dan kunt u in de cafetaria terecht voor snacks en drankjes van 08.30 - 12.00 en 13.30 - 18.00 uur.
De bungalows van de restcamps in Etosha zijn in 2007 gerenoveerd en zijn nu redelijk comfortabel ingericht. Ze beschikken uiteraard over een eigen badkamer en airco. Eén van de aantrekkelijke kanten van een verblijf in deze restcamps is, dat de waterdrinkplaats voor de wilde dieren nabij de restcamps liggen. Deze drinkplaatsen - en dat is uniek - worden ’s avonds verlicht. Met een beetje geluk kunt u het wild voorbij zien wandelen op weg naar het water.
Wat het spotten van wilde dieren heeft u in feite de meeste kans als u geduld heeft bij de waterholes - die nabij de restcamps liggen. Deze drinkwaterplaatsen zijn 24 uur per dag toegankelijk en zijn uitgerust met verlichting, waar u tot diep in de nacht naar de dieren kunt kijken. Vooral in het droge seizoen heeft u gegarandeerd succes op meerdere van de 114 soorten dieren die in het park leven - inclusief de Big Five (leeuw, luipaard, neushoorn, olifant en buffel).
Er zijn diverse publieke toegangspoorten tot het Etosha National Park, maar de volgende 2 zijn de grootste en populairste:
- Von Lindequist Gate (in het oosten aan de C38 die naar de B1 leidt)
- Andersson Gate (in het Zuiden aan de C38)
Tussen deze twee toegangen loopt een redelijk grote weg door het park, met diverse ’loops’ die u kunt gebruiken om bij waterplaatsen uit te komen. Daarnaast zijn er talloze kleinere wegen in het park waar u leuke safari’s kunt rijden. Waarschijnlijk onnodig om te zeggen, maar het is absoluut verboden om uw auto uit te gaan, behalve op de toegewezen picknickplaatsen. Verder is er nog een gouden regel: Dieren hebben altijd voorrang.
Om u een idee te geven van de afstanden in het park - Namutoni Restcamp ligt 12 km westelijk van de Von Lindequist Gate. Het meest centraal ligt het Halali Restcamp, dat 78 km westelijk van het Namutoni Restcamp ligt en 57 km noordelijk van het Okaukeujo Restcamp ligt. Okaukuejo Restcamp ligt 16 km noordelijk van de Andersson’s Gate.
In het noordoosten van het park, 45 km noordelijk van Namutoni Restcamp ligt de noordelijke toegang Nehale lya Mpingana Gate (King Nehale Gate) - die ook een verbinding geeft met de B1. Als u via deze toegang het park verlaat, bevindt u zich direct in Ovamboland. Omdat de dichtstbijzijnde stad 2 uur rijden is, moet u hier minimaal 2 uur voor zonsondergang zijn.
Er is ook een ingang in het westen van het park, maar die kan alleen gebruikt worden als u kunt overnachten in het jongste restcamp - Dolomite Camp. Entree tot het park moet overigens ter plaatse worden betaald. Dit staat los van de accommodatie.
Het park is dagelijks geopend van zonsopgang tot zonsondergang. Als u niet in het park verblijft, moet u bij zonsondergang het park verlaten hebben. De maximumsnelheid door het park is 60 kilometer per uur. Bezoekers betalen de entree bij de receptie van Namutoni of Okaukuejo. Zorg ervoor dat u de entree betaald heeft voordat u het park uitrijdt.
Ook de wijde omgeving rondom Etosha is ook grotendeels gericht op safari. Grenzend aan de oostelijke, zuidelijke en westelijke kant liggen diverse privé wildparken waar eveneens de Big Five - of een selectie ervan - leeft. In deze wildparken, die op deze site als plaatsen staan aangegeven, zijn meestal luxe lodges te vinden vanwaar allerlei georganiseerde safari’s plaatsvinden, deels in het eigen wildreservaat, deels op grondgebied van Etosha. Enkele reserves hebben opvangprojecten voor dieren, zoals Kavita nabij Kamanjab. Rondom de toegangswegen naar Etosha zijn lodges te vinden die gericht zijn op bezoekers van Etosha en meestal eenvoudige accommodatie bieden. U kunt deze lodges vinden onder plaatsnamen als Kamanjab, Outjo en de twee toegangspoorten - de Andersson Gate en de Von Lindequist Gate.
Geschiedenis van Etosha
De geschiedenis van Etosha is nauw verweven met de migratiepatronen van het wild. In tijden dat er nog geen hekken waren, trok het wild van drinkwaterplaats naar drinkwaterplaats, afhankelijk van de gevallen regen. In hun kielzog kwamen groepjes Bushman mee die weer leefden van de jacht en planten. Ook met de komst van de veehoudende Owambostammen veranderde dit patroon niet.
De grote verandering is in 1851 ingezet toen de eerste Europese ontdekkingsreizigers Charles Andersson en Francis Galton Etosha ontdekten. Op 29 mei 1851 stonden zij op de plaats waar nu het Namuntoni Restcamp is gebouwd en zagen de grote troepen zebra’s, gnoes en springbokken. Het was het begin van een nieuwe samenleving waarin blanke ontdekkingsreizigers grond kochten van de lokale bevolking, dat ze vervolgens lieten omheinen.
Er werden wegen aangelegd om handelsroutes tot stand te brengen en met al deze ontwikkelingen kwamen in de loop der jaren blanke boerenfamilies naar het noorden van Namibië om er een nieuw bestaan op te bouwen. De Dorsland Trekkers is zo’n groep die in eind jaren ’70 van de 19e eeuw vanuit het toenmalige Transvaal in Zuid-Afrika (huidige Gauteng en Mpumalanga) naar Angola wilden trekken.
Getroffen door malaria en andere ziekten bleven ze steken nabij Namutoni waar ze grond aankochten. Door aanhoudende ruzies met de locale Bushman zijn de Trekkers enkele jaren later weer weggetrokken waarna de Duitsers het beheer overnamen in 1896.
In 1907 riep gouverneur F. von Lindequist een gebied van 80.000 km² - vanaf Namutoni tot aan de Skeleton Coast - uit tot een nationaal park. In 1958 werden de grenzen teruggedrongen tot 55.000 km². Een zelfde actie vond in 1970 plaats toen Etosha gereduceerd werd tot 22.270 km2. Deze laatste operatie had vooral een politieke achtergrond. Namibië behoorde inmiddels tot Zuid-Afrika en ook hier moesten de Apartheidswetten doorgevoerd worden. Het gebied rondom het huidige Etosha was nodig om tot de stichting van een aantal thuislanden te komen.