Lüderitz

Het stadje Lüderitz - met ca. 12.500 inwoners en gelegen aan de zuidwestkust van Namibië - ademt nog steeds de Duitse atmosfeer van weleer. Het was de eerste nederzetting van de Duitsers tijdens de kolonisatie. U vindt er Lutherse kerken, Beierse kroegen, Duitse straatnamen en het overgrote deel van de bevolking spreekt Duits. Ooit was Luderitz het centrum van de diamantindustrie in Namibië.

De stichter van de stad was de koopman Adolf Lüderitz uit Bremen, die de baai in 1883 - zonder het zelf gezien te hebben - via zijn agent Heinrich Vogelsang kocht voor 100 Engelse Ponden en er een handelspost inrichtte. De baai heette destijds nog Angra Pequena. Toen de Adolf Lüderitz in 1884 zelf hier aankwam, trof hij een rotsig en zanderig stuk land zonder drinkwaterbron in de wijde omgeving. Slechts één pad voerde landinwaarts, maar was nauwelijks begaanbaar. Lüderitz hoopte hier mineralen of misschien zelfs diamanten in de grond te vinden - maar hij had wel door dat dit geen eenvoudige onderneming zou worden en stelde daarom aan Bismarck voor om Namibië onder "bescherming" van Duitsland te brengen. Twee jaar later - in 1886 - zou de koopman echter omkomen op zee.

Sinds circa 1840 waren er al Duitse missionarissen actief in Namibië. Vanaf 1884 werd het huidige Namibië uitgeroepen tot Duits protectoraat onder de naam Deutsch Südwest Afrika. Slechts de enclave Walvisbaai bleef Brits. De nederzetting Lüderitz speelde tot 1906 slechts een beperkte rol in het Duits koloniale avontuur. De hoofdstad van de kolonie was aanvankelijk Otjimbingwe (meer noordelijk en landinwaarts gelegen) en vanaf 1891 Windhoek. Nietemin werden er in Lüderitz door het koloniale bestuur enkele fraaie - in Jugendstil opgetrokken - gebouwen neergezet, die de stad nog steeds z’n Duitse karakter geven. Bezoek de neogotische Felsenkirche, waarvandaan u een prachtig uitzicht heeft over de stad. Ook het Lüderitz museum, het station, Goerke Haus, Kreplin Haus en het oude postkantoor getuigen van de Duitse geschiedenis.

Zo dor en levenloos als het land rond de stad lijkt, zo uitbundig is het leven in de koude Atlantische Oceaan. De zee wordt daar sterk afgekoeld door de Benguela zeestroom, die vanuit Antarctica langs de westkust loopt tot aan de kust van Angola. Het wemelt er van de pinguïns, robben, bruinvissen, dolfijnen en walvissen die allemaal leven van de vis en andere zeebewoners.

Ook zeevogels zijn er talrijk, zoals Hartlaubs meeuwen, Jan-van-genten, aalscholvers en een aantal sterns. Vanuit het haventje van Lüderitz vertrekken dagelijks excursieboten. In de koloniale tijd werd een van de eilandjes voor de kust van de stad door de Duitsers in gebruik genomen als gevangeniseiland.

Het overtollige water van de afvalwaterverwerking van de stad stroomt als een klein riviertje de woestijn in. Langs dit kunstmatige en enigszins bedenkelijke riviertje zijn veel antilopen (gemsbok bijvoorbeeld) waar te nemen. Het stroompje eindigt in een zoutmeertje met honderden flamingo’s.

Accommodaties in Lüderitz

Lüderitz Nest Hotel | Impala Tours

Lüderitz Nest Hotel

4-sterren hotel

Direct gelegen aan de zee met een eigen privé getijdenstrand en een loopsteiger. Het hotel heeft 70 standaard en deluxe kamers en 3 suites, elk met zeezicht. Het Penguin Restaurant serveert heerlijke lokale zeevruchten.

Diamanten en Mijnindustrie

In 1908 ontdekte een spoorwegwerker per toeval inderdaad de eerste diamant in het gebied net ten zuiden van Lüderitz. De diamantkoorts nam in de jaren hierna zulke grote vormen aan dat de Duitse regering een Sperrgebiet afkondigde om de wildgroei aan particuliere gelukzoekers een halt toe te roepen. Alleen een paar koloniale bedrijven kregen een vergunning om in het Sperrgebiet diamanten te delven. Lüderitz groeide ondertussen uit tot het centrum van de Duitse mijnindustrie in Namibië.

Kolmanskop

14km buiten Lüderitz ligt Kolmanskop, dat in de hoogtijdagen van de diamantenindustrie een bloeiend mijnwerkersdorpje was. Een dorp met een casino, een theater, een winkelstraat en villa’s. Toen de diamantindustrie na de Eerste Wereldoorlog in een depressie raakte, ging het echter bergafwaarts. De bewoners vertrokken en in 1956 verliet de laatste familie haar huis. Kolmanskop werd een spookstadje die meer en meer wordt opgeslokt door de Namib woestijn. Het oprukkende zand van de woestijn krijgt steeds meer vrij spel. Sommige panden zijn vervallen, andere zijn in betere staat, zoals het theater. U kunt er vrij rondlopen en sommige afgebrokkelde huizen van binnen bekijken. In sommige panden staat het zand anderhalve meter hoog.

In zijn deplorabele staat toont het verlaten Kopmanskop echter bizar, maar ook romantischer dan welke bewoonde stad dan ook. Vooral als de avond valt. De schaduwen, het zachte licht, de kapotte daken. Kolmanskop is niet voor niets één van Afrika’s populairste locaties voor fotoshoots.

Sperrgebiet

Het gebied ten zuiden van de stad is het ’Sperrgebiet’, een streek waar niemand mag komen omdat er veel diamant gevonden wordt. De stad kent ook verscheidene diamantvissers, die onder licentie van De Beers op de oceaanbodem naar diamant mogen vissen.

Diaz-Punt

Op zijn opdekkingsreizen langs de kust van Afrika op zoek naar een doorgang naar Indië heeft de Portugees Bartolomeus Dias een aantal gedenktekens achtergelaten. Eén daarvan, een kruisbeeld, werd op 25 juli 1488 opgesteld niet ver van het huidige Lüderitz in Namibië op een landtong die nu Diaz point genoemd wordt. Omdat het originele beeld zich nu in een museum in Windhoek bevindt, staat er (sinds het Dias-jaar 1988) aan de ongenaakbare kust waar Dias het had geplaatst een kopie.

Grasplatz

Grasplatz is de wat erg hoopvolle naam voor een plaats aan de spoorlijn tussen Lüderitz en Keetmanshoop in zuidelijk Namibië. Het bestaat uit een niet meer in gebruik zijnd stationsgebouw in Duitse stijl. Zandhopen en - duinen bedekken thans grote delen van de eens zo prestigieuze spoorlijn. Op sommige plaatsen getuigen eenzame, vervallen treinwagons van andere tijden.