Ngorongoro Crater
De Ngorongoro Crater is de grootste nog intacte caldeira (= door instorting gevormde trechtervormige krater in een vulkaan) ter wereld, met een hoogte van 2200 meter, een doorsnede van ca. 18 kilometer en een oppervlakte van 260 km2. In de krater leven naar schatting 30.000 dieren, waaronder de Big 5 (olifanten, buffels, neushoorns, leeuwen en luipaarden), nijlpaarden, hyena’s, wildebeest, zebra’s, antilopen, etc. Daarmee is dit het meest dichtstbevolkte wildgebied ter wereld.
In 1951 werd het ’Ngorongoro Conservation Area’ gevormd, een gebied van 8280 km² dat tevens het woeste landschap rondom de vulkaankrater beschermd dat vele miljoenen jaren geleden onder de rook en de lava werd bedolven toen de Ngorongoro vulkaan tot een enorme uitbarsting kwam. De ’Ngorongoro Conservation Area’ vormt te samen met het Serengeti National Park, Lake Natron, Loliondo Game Area en de Masai Mara (in Kenia) het ‘Greater Serengeti’ ecosysteem (er staan geen hekken tussen de parken in het ecosysteem), waardoor dieren zich vrijelijk kunnen verplaatsen. In 1978 verklaarde UNESCO de Ngorongoro Crater tot werelderfgoed, het wordt ook wel het "achtste wereldwonder genoemd".
De Masai zijn de huidige bewoners van het Ngorongoro Conservation Area, zij verdreven circa 200 jaar geleden de Mbulu- en Datoga-stam uit het gebied. De Masai cultiveren het land niet; in plaats daarvan laten zij hun vee grazen in het gebied. Het vee zorgt voor de basis levensbehoeften van de Masai: vlees, melk en mest voor het maken van hutten. Hun vee graast hier gewoon naast de andere (wilde) dieren in het gebied. Er leven momenteel ongeveer 40.000 Masai in de ’Ngorongoro Conservation Area’.
Het gebied rond de vulkaan is ruig, praktisch onbegroeid en zelfs voor het wild nagenoeg onleefbaar. Maar op de bodem van de Ngorongoro krater is een biotoop ontstaan waar vele diersoorten zich thuis voelen. Er zijn bossen, moerassen, een zouthoudend meer en savannes, dit alles op een relatief kleine oppervlakte. De steile wanden van de krater variëren in hoogte van 600 tot 700 meter en diersoorten als bijvoorbeeld gnoes en zebra’s nemen deze hindernis met ogenschijnlijk gemak. De zwaardere dieren, zoals de olifanten, neushoorns, nijlpaarden en buffels hebben veel meer moeite met de klim over de kraterwand en leven dan ook permanent in de krater.
In droge tijden vormt het groene landschap in de krater een schril contrast met het dorre landschap erbuiten. De vulkaankrater houdt het water goed vast, waardoor er altijd meertjes en waterpoelen zijn. Dat is de reden dat ook de kudde dieren, zoals antilopen, zebra’s en wildebeest geen reden zien om de krater te verlaten. En uiteraard trekt dit weer de roofdieren aan. In het westelijke deel van de krater ligt Lake Makadi, een sodameer waar flamingo’s graag vertoeven. In het zuiden van de krater vindt u een bos prachtige ’fever trees’, waar grote kuddes olifanten graag uitrusten.
Een opmerkelijk verschijnsel vormen de ‘shifting sands’. Dit is een soort duin die circa 30.000 jaar geleden tijdens een uitbarsting van de vulkaan Ol Donyo Lengai werd gevormd uit as. Elk jaar - gedurende het droge seizoen - verplaatst de 100 meter lange en 9 meter hoge ‘duin’ van as en zand’ zich gemiddeld circa 17 meter in oostelijke richting.
Vanwege het toenemende toerisme en het fragiele natuurlijk evenwicht heeft de regering van Tanzania strikte maatregelen getroffen om het bezoek aan de krater te reguleren. Er worden geen accommodaties meer bijgebouwd en campingtours worden maar beperkt toegelaten. Het gevolg is dat de prijzen in dit deel van Tanzania sterk zijn gestegen.
Maar een bezoek aan Ngorongoro zal u niet onberoerd laten, en als u ’s avonds bij zonsondergang - onder het genot van een drankje - over de vulkaankrater uitkijkt en uw indrukken van de dag verwerkt, zult u beamen dat de Ngorongoro Crater een uniek fenomeen is. Het is echt één van de topattracties van Afrika. De Ngorongoro Crater ligt ongeveer 180 kilometer ten westen van Arusha.
Empakai Crater
De 2200 meter hoge Empakai Crater is één van de minder bekende vulkaankraters ten noorden van de Ngorongoro Crater. De steile wanden zijn dichtbegroeid met nevelwoud en de bodem van de krater wordt voor het grootste deel in beslag genomen door een sodameer, vaak roze gekleurd door tienduizenden flamingo’s. Op een heldere dag zijn vanaf de rand de Kilimanjaro en Lake Natron te zien.
Olmoti Crater
De 2944 meter hoge Olmoti Crater ligt vlakbij het dorpje Nainokanoka in het Ngorongoro Conservation Area. De vulkaankrater is alleen te voet bereikbaar. Het is een zogenaamde caldera, een vulkaankraterwand die later ingestort is. Op de bodem van de krater is een uitbundige vegetatie, waardoor veel Masai hun vee hier laten grazen.
Ol Doinyo Lengai
De 2960 meter hoge Ol Doinyo Lengai betekent Berg van God in de taal van de Masai; het is in hun cultuur de heilige berg. De vulkaan is uniek ten opzichte van andere; door een andere samenstelling en de lagere temperatuur van de uitgestoten lava lijkt de berg in het zonlicht eerder zwart dan (het gebruikelijke) rood.
Big Five
Het Ngorongoro Conservation Area is het land van de “big five” waarbij de collectie bestaat uit: de leeuw, de olifant, de buffel, het luipaard en de neushoorn. De lijst van de grote vijf zijn tot stand gekomen door de oude jagers van weleer, voornamelijk op de moeilijkheidsgraad tijdens het jagen. Niet vanwege de omvang zoals normaal gedacht wordt en wat dan ook de reden is dat een nijlpaard niet geschaard wordt onder de “Big Five”.
Gnoe migratie - "the Great Migration"
Jaarlijks migreren er meer dan 1 miljoen gnoes vanuit het Serengeti National Park, op zoek naar het verse gras in de Masai Mara. Niet alleen gnoes komen naar de Mara, maar zij worden vergezeld door grote kuddes zebra’s en gazellen en uiteraard door tal van roofdieren. De ’Great Migration’ vindt voornamelijk plaats rond juni/juli vanuit de Serengeti en rond augustus/september zijn de miljoenen gnoes naar de Masai Mara getrokken, geheel afhankelijk van onvoorspelbare neerslag in het totale ecosysteem. Dan in oktober-december trekken de kuddes weer terug naar het zuiden, in januari/februari migreren de kuddes door het Ngorongoro Conservation Area.